Curriculum.nu: geen revolutie maar common sense?
- Bert van de Bovenkamp

- Oct 16, 2019
- 2 min read

Vorige week werden de voorstellen voor een nieuw curriculum voor het PO en de onderbouw van het VO aangeboden aan minister Slob. De reacties lijken nogal lauw. Ik lees weinig van wat mensen van de voorstellen vinden. Terwijl er bij de tussenrapportages wel veel opmerkingen waren. Met name dat alles veel te vaag zou blijven.
Voorstellen op hoofdlijnen
In dagblad Trouw werden de hoofdlijnen van de voorstellen mooi samengevat. Ik citeer:
"De docenten hanteerden vijf principes bij het ontwikkelen van het nieuwe lesprogramma: het terugdringen van de overladenheid, een betere aansluiting tussen basis- en voortgezet onderwijs, meer samenhang tussen vakken, meer ruimte voor eigen aanbod en een goede balans tussen de drie hoofddoelen van het onderwijs (kwalificatie, persoonsvorming en socialisering). Naast de nieuwe leergebieden burgerschap en digitale geletterdheid moet er het nodige veranderen aan de bestaande vakken, vinden de docenten. Bij Nederlands moet er bijvoorbeeld meer aandacht komen voor experimenteren en spelen met taal, en bij de andere moderne talen voor meertaligheid en de invloed van cultuur op taal. Ook moeten kinderen al leren over statistiek en data verzamelen in het basisonderwijs, moet er meer aandacht komen voor 'denken vanuit verschillende perspectieven', duurzame ontwikkeling, ethische vraagstukken, de samenwerking tussen kunst en wetenschap en de eigen 'beweegidentiteit' van kinderen: wat vinden ze leuk en waar zijn ze goed in?"
Tsja, allemaal zaken waar maar weinig mensen in het onderwijs het oneens zijn, denk ik zomaar. Veel van wat beschreven wordt zie ik in de dagelijkse praktijk gewoon ook al terug komen op scholen.
Programmeren
Waar ik zelf met speciale aandacht naar heb gekeken is of er ook wordt voorgesteld om programmeren als verplicht onderdeel in het curriculum op te nemen. Dit omdat ik zelf tot voor kort erg twijfelde over nut en noodzaak hiervan en het vooral zag als een lobby vanuit de IT-branche (die er immers belang bij heeft dat meer kinderen geïnteresseerd raken in het vakgebied.
Als onderdeel van het nieuwe leergebied "digitale geletterdheid" wordt inderdaad voorgesteld programmeren op te nemen in het curriculum.
Sinds kort neig ik ernaar het hiermee eens te zijn. Reden hiervoor is dat ik pas las dat wanneer kinderen niet voor een bepaalde leeftijd een taal leren het veel meer moeite kost om die taal vloeiend te leren. Volgens mij lag de leeftijdsgrens bij 4 jaar. Nu snap ik wel dat we kinderen niet vanaf hun 2e kunnen leren programmeren, maar net als voor een taal geld volgens mij voor heel veel dingen dat je die makkelijker leert op jongere leeftijd.
Waar mijn twijfel nog wel ligt is welke taal je de kinderen dan moet leren. Er zijn eerst meerdere programmeertalen. En moeten leerkrachten dan ook meerdere van die programmeertalen beheersen? Dat wordt dus niets. Dan gaan er nog wel een paar generaties overheen voordat we op het gewenste niveau zijn. Of gaan we dan toch richting vakleerkrachten, ook in het PO? Volgens mij heeft de Onderwijsraad vorig jaar ook al zoiets geroepen. Mede om ervoor te zorgen dat de overgang tussen PO en VO beter gaat verlopen.
Nou, vragen te over. Het "wat" is misschien wel duidelijk, maar het "hoe" zeker nog niet. In ieder geval wat dit specifiek leergebied betreft en als ik de criticasters mag geloven ook op andere gebieden.




Comments